De afmetingen van de bak hebben invloed op hoe de takken zich ontwikkelen.
Kleine nimfen doen het doorgaans beter in een kleine bak, waarin de vochtigheidsgraad hoger is.
Grotere exemplaren hebben een grotere bak nodig, o.a. om te kunnen vervellen.
Reken bij volwassen exemplaren op een hoogte van 2 à 3 maal de lengte van de insecten. Als de bak te laag is, kunnen ze niet vervellen en daardoor niet groeien en zelfs sterven.
Het meeste tijd kruipt overigens in het zorgvuldig verhuizen van de diertjes, want die zitten vaak verborgen tussen de bladeren, of op de ranken, en klemmen zich daar stevig vast. Omdat ze zo fragiel zijn, moeten ze heel voorzichtig worden weggenomen. Dat kan door ze zich te laten vastgrijpen aan een stokje of dergelijke, en ze met “zacht geweld” daarvan los te duwen, zodat ze in de doos of bak vallen.
Bij een te kleine bak voor volwassen dieren, ontstaat er overpopulatie. Die leidt waarschijnlijk tot een soort agressiviteit; waarbij de diertjes elkaar aanvallen en zelfs doden.
Het is namelijk opgevallen dat als er 2 of 3 in een kleine doos zitten, er na een tijdje een dood exemplaar op de bodem ligt. Zodat er telkens maar ééntje overblijft. Survival of the fittest?
een eigen plek
aan tafel
van ei tot tak
werk aan de winkel
raar maar waar
beeldenbank
oost west, thuis best
videotheek
overzicht