Dat kunnen echte houten planken zijn.

Een houten plank of lat heeft gemakkelijk splinters. Daarom moet je de kanten en koppen (voor en achterkant) altijd eerst bijwerken. Even met een schuurpapier erlangs en de splinters zijn weg.
Tip: zeker belangrijk bij een voetensteun, want als mama daarop steunt zonder schoenen, kan zo'n splintertje héél vervelend zijn...

Dat kunnen meubelpanelen zijn.

Die zijn aan 4 zijden afgewerkt met een sterke, mooie laag. Daardoor is het een soort nep-hout, en er steken normaal geen splinters uit.
Ze zijn echt wel sterk. Ah ja, want we maken daar meubels van.
Maar aan de kant waar je gezaagd hebt, is de mooie gekleurde laag weg. Die kant mag je dus niet laten zien als je project af is.
Of je moet er een speciale laag op kleven. Maar dat is niet zo makkelijk, want daarvoor moet je o.a. een strijkijzer gebruiken.

Boor altijd eerste een gaatje om de schroef in te draaien.
Het gaatje is iets kleiner dan de dikte van de schroef. De schroef gaat dan makkelijker door het hout, maar ze zit toch vast genoeg. En het hout gaat niet zo snel splijten.

Zorg ervoor dat de schroefkop niet uitsteekt buiten de plank. Anders kan je krassen krijgen als de plank ergens tegenkomt. Dat noemen we een schroef verzinken. En daarvoor is die speciale verzinkboor.

Schroeven werken beter dan nagels om hout met elkaar te verbinden. Maar als je een beetje houtlijm doet tussen de planken, is de verbinding nog veel sterker.