een delervan een getal: je kan het getal daardoor delen, en die deling gaat op want er is geen rest voorbeeld: 3 is een deler van 12, want 12 : 3 = 4 voorbeeld: 5 is geen deler van 12, want 12 : 5 = 2 met rest 2
een veelvoudvan een getal: dat krijg je als je een getal vermenivuldigt met een ander getal voorbeeld: 12 is een veelvoud van 3, want 3 x 4 = 12 voorbeeld: 15 is geen veelvoud van 4, want je kan geen getal vinden dat x 4 als uitkomst 15 heeft
de grootste gemene deler of g.g.d. van twee of meer getallen is de grootste deler die je bij al die getallen kan vinden, dus het grootste getal waar je al die andere getallen door kan delen (zonder rest) voorbeeld: de g.g.d. van 12 en 15 en 24 is 3 (12 = 3 x 4 en 15 = 3 x 5 en 24 = 3 x 8)
het kleinste gemene veelvoud of k.g.v. van verschillende getallen is het kleinste getal dat een veelvoud is van allemaal die getallen tegelijk voorbeeld: het k.g.v. van 3 en 4 en 24 is 24 (want dat is een veelvoud van alle drie de getallen)