Stop navigatie

alles bij elkaar

être - avoir - aller

We oefenen drie belangrijke werkwoorden tegelijk: vul bij elk onderwerp de juiste vorm in van ieder werkwoord.

être avoir aller
Ma petite soeur
Les garçons de ma classe
Mon chien
Vous
Je
Bob et Bobette
Nous
Tu
La femme du boulanger

JavaScript Inschakelen

 
Deze woordjes kan je nodig hebben voor de volgende oefening:

commencer = beginnen

entrer = binnenkomen

habiter = wonen

regarder = kijken

téléphoner = bellen, telefoneren

écouter = luisteren

penser = denken

chercher = zoeken

arriver = aankomen

rouler = rijden

parler = praten, spreken

laisser = laten

vul aan

Gebruik het juiste werkwoord, en de juiste vorm.

(beginnen) nous (laten) tu
(binnenkomen) Marie (zoeken) Charlotte
(wonen) tu (luisteren) nous
(kijken) ils (rijden) papa
(denken) je (aankomen) elles

JavaScript Inschakelen