Stop navigatie

reeks 2

  1. Alle woorden die je nodig hebt, ken je al. Oefen ze anders nog eens hier: 
  2. In de zin staat soms een bn (bijv. nm.): zn en bn moeten bij elkaar passen. Kijk hier:

vertaal

Let ook op leestekens!

Martin en Jean wonen in onze straat.  (onze = notre)

Het huis is groot en wit.

Het huis heeft drie verdiepingen.

De tafel en de stoelen zijn op de eerste verdieping.

Het kantoor is op 500 meter.

JavaScript Inschakelen

vertaal

Denk ook aan leestekens!

Marie heeft roze schoenen en gele laarzen.

Mama, ik zoek mijn pyjama.

Kijk je in de kast?

De kast is achter de deur.

Mijn moeder doet de deur dicht. (fermer = dichtdoen, sluiten)

JavaScript Inschakelen