Stop navigatie

werkwoorden

Blad te vol? Sluit een of meer kaders met het blokje bovenaan. Of verberg het menu.

hetzelfde maar anders

Net zoals in het Nederlands moeten onderwerp en pv bij elkaar passen.
In het Nederlands hebben we voor de tegenwoordige tijd (o.t.t.) maar drie vormen nodig: stam, stam +t en stam +en.
Je kan het hier nog eens nalezen: 

In het Frans zijn er 3 verschillende vormen voor het enkelvoud, en nog 3 voor het meervoud.

Gelukkig moet je niet voor ieder werkwoord 6 vormen uit je hoofd leren.
Het is genoeg om 6 uitgangen te kennen. Een uitgang is wat je achter de stam van het werkwoord zet, en dan heb je de juiste vorm.

Voor de tegenwoordige tijd zijn er dus 6 uitgangen. En voor de verleden tijd zijn er 6 andere.
Zo zie je in welke tijd een werkwoord staat. En zo kan je zelf een werkwoord in de juiste tijd zetten.

Een werkwoord de juiste vorm geven, dat heet vervoegen.
Vervoegen betekent dus: de juiste uitgang achter de stam plaatsen.

ww en stam

Ook in het Frans vertrekken we van de stam van het werkwoord.

Hoe vind je die?
Veel werkwoorden eindigen op -er. Laat die -er weg, en dan heb je de stam.

Voorbeelden:
   commencer - commenc
   porter    - port
   aimer     - aim
   penser    - pens
   regarder  - regard
   rester    - rest

speciaal moet er ook zijn

Er zijn 2 werkwoorden die anders zijn, omdat ze niet de gewone uitgangen krijgen.
Het zijn net werkwoorden die we heel veel gebruiken: être en avoir.

Daarom leren we die eerst.
Daarna komt de regel voor tientallen andere werkwoorden in één keer, omdat bij die wel de gewone uitgangen passen. (Daarom noemen we die regelmatig)