Stop navigatie

tegenwoordige tijd - enkelvoud

 
onderwerp is enkelvoud vorm van het werkwoord
  ik
stam
  jij, hij, zij, het
  de man, een paard, mijn fiets, zijn hoed
stam + t

⇒ je hoort de -t aan het einde meestal
hij komt
de wind waait
Arne speelt

 stam + t
⇒ soms hoor je ze niet, maar we schrijven ze toch
Jeroen antwoordt
papa rijdt
zij zendt
 stam + t
⇒ als de stam een -t heeft aan het einde: je hoort ze wel maar je schijft ze niet
jij lacht (niet lacht+t)
Diede zit (niet zit+t)
oma post (niet post+t)
 stam
 
Het onderwerp JIJ is speciaal.
Het kan voor problemen zorgen.

Als JIJ voor de pv staat, is alles gewoon: stam + t

Jij loopt naar huis.
Jij raadt het nooit.
Jij begrijpt het vlugger.

stam + t

Maar als JIJ achter de pv staat, dan komt er helemaal geen t bij.

Loop jij alleen naar huis?
En toch raad je het nooit.
Begrijp je het echt?

stam