onderwerp (o)
Het onderwerp is een deeltje van de zin (het kan een of meer woorden zijn). Het is wie of wat doet wat er in de zin staat.
Je vindt het onderwerp door een wie-watvraag te maken van de zin. Het antwoord is het onderwerp.
Voorbeeld 1: Sofie eet graag fruit.
Wie-watvraag: Wie eet graag fruit?
Het antwoord is "Sofie". Dus "Sofie" is het onderwerp van de zin.
Voorbeeld 2: De regent klettert op het dak.
Wie-watvraag: Wat klettert op het dak?
Het antwoord is "de regen", dus "de regen" is het onderwerp van de zin.