van één naar meer
Het onderwerp van een zin is meestal een zelfstandig naamwoord (of zn). We noemen dat ook wel een de-woord of een het-woord. Voorbeelden: man, school, kaketoe, liefde.
Geef het meervoud (mv) van deze zelfstandige naamwoorden (zn):
Het onderwerp van een zin is meestal een zelfstandig naamwoord (of zn). We noemen dat ook wel een de-woord of een het-woord. Voorbeelden: man, school, kaketoe, liefde.
Geef het meervoud (mv) van deze zelfstandige naamwoorden (zn):
De pv moet passen bij het onderwerp. Het ligt dus aan dat onderwerp of je de pv in het enkelvoud (enk) of in het meervoud (mv) zet.
Geef aan welke vorm van de pv bij deze onderwerpen hoort: typ e voor enkelvoud of m voor meervoud.