We praten en we schrijven niet met losse woorden. Maar we zetten woorden bij elkaar: we maken een zin en dan weten de anderen wat we bedoelen.
Je mag de woorden niet zomaar achter elkaar zetten. Je weet bijvoorbeeld dat het onderwerp en het werkwoord (de pv) bij elkaar moeten passen. Dat doen we zo in het Nederlands, lees hier nog maar eens na:
|