Als je Pinnacle Studio gewoon bent, is Movavi Video Editor op het eerste gezicht helemaal anders. Toch is het in principe vergelijkbaar:

1. video, afbeeldingen, muziek en geluid naar de tijdslijn slepen
2. eigenschappen bewerken: knippen, plakken, volume aanpassen
3. titels, overgangen of effecten toevoegen
4. opslaan als een filmpje

Ook bij het monteren komen de vertrouwde onderdelen terug:

• A = de tijdslijn (met titelspoor, videospoor, audiospoor)
• B = de bestanden die je gebruikt om te monteren
• C = het gereedschap: filters (effecten), overgangen, titels, stickers, video- en audiobewerkingen
• D = het previewvenster, dat alle bewerkingen onmiddellijk laat zien
• E = de schaal, om in of uit te zoomen op de tijdslijn

De gewone bewerkingen (videoclips knippen, plakken, verwijderen, inkorten, verplaatsen) gebeuren op de tijdslijn. Net zoals in Studio.

Speciale aanpassingen (kleur, contrast, snelheid...) kunnen via de knoppen links op het scherm (C hierboven). Maar ook via het snelmenu dat je krijgt door rechtsklikken op een fragment.

MVE is nieuwer dan Studio en gaat daardoor een stapje verder.
Zo is het aantal videosporen én geluidssporen niet beperkt tot 2, zoals in Studio.
In principe kan je extra sporen blijven toevoegen, tot een maximum van 100. Maar dan ben je het overzicht op je scherm waarschijnlijk volledig kwijt, en in je montage ook.

Toch komen meer sporen soms handig van pas. Dat maakt speciale effecten mogelijk.
Al is het dan weer jammer dat overgangen alleen kunnen tussen de clips op het hoofdspoor (het onderste dus).